Behangen met vliesbehang

Behangen met vliesbehang is over het algemeen eenvoudiger dan traditioneel behang, omdat het geen inweektijd nodig heeft en direct op de muur kan worden aangebracht met behulp van behanglijm die rechtstreeks op de muur wordt aangebracht. Hier zijn de algemene stappen voor het behangen met vliesbehang:

1. Voorbereiding van de muur: Zorg ervoor dat de muur schoon, droog en glad is. Verwijder eventuele oude behangresten en vul eventuele gaten of scheuren op. Schuur indien nodig ruwe plekken glad.

2. Bepaal de indeling: Meet de hoogte van de muur en knip het behang op maat met een beetje extra aan de boven- en onderkant om eventuele afwijkingen in de muur te compenseren.

3. Breng lijm aan op de muur: Gebruik een roller of kwast om de behanglijm gelijkmatig op de muur aan te brengen. Zorg ervoor dat de lijm zich uitstrekt tot iets voorbij de breedte van het behang.

4. Plaats het behang: Plaats de eerste strook behang tegen de bovenkant van de muur en druk deze voorzichtig aan. Werk van boven naar beneden en van links naar rechts. Gebruik een behangborstel of een zachte doek om luchtbellen en rimpels glad te strijken.

5. Snijd overtollig behang af: Gebruik een scherp mes om het overtollige behang aan de boven- en onderkant van de muur af te snijden. Wees voorzichtig om een rechte snede te maken.

6. Herhaal de stappen: Ga door met het aanbrengen van de volgende stroken behang, waarbij je ervoor zorgt dat de patronen goed uitgelijnd zijn. Gebruik een natte doek om eventuele lijmresten van het oppervlak van het behang te verwijderen.

7. Laat het behang drogen: Laat het behang volledig drogen volgens de instructies op de verpakking voordat je eventuele meubels terugplaatst of de kamer in gebruik neemt.

Het gebruik van vliesbehang kan het behangen aanzienlijk vereenvoudigen, maar het is nog steeds belangrijk om zorgvuldig te meten, te snijden en te plaatsen om een ​​mooi resultaat te krijgen.

Behangen met verspringende aanzet

Het behangen met een verspringende aanzet, ook wel "half drop" genoemd, is een techniek waarbij het patroon van het behang niet rechtstreeks boven elkaar wordt geplaatst, maar waarbij elke strook behang iets verschoven wordt ten opzichte van de vorige strook. Dit resulteert in een meer natuurlijke en minder repetitieve uitstraling van het behangpatroon.

Om behang met een verspringende aanzet op de juiste manier te hangen, begin je meestal met het afsnijden van de eerste strook behang en het plaatsen ervan op de muur. Vervolgens snijd je de volgende strook behang af op een lengte die overeenkomt met de hoogte van de eerste strook, maar je verspringt het patroon zodat het niet precies boven hetzelfde punt van de eerste strook komt te liggen. Dit proces herhaal je bij elke nieuwe strook behang.

Het is belangrijk om nauwkeurig te meten en te markeren waar elke nieuwe strook moet worden geplaatst, om ervoor te zorgen dat het patroon goed uitlijnt en er geen grote sprongen of gaten ontstaan tussen de stroken. Met een verspringende aanzet krijg je een mooi effect, maar het vereist wel wat meer precisie en planning tijdens het behangen.

Stortend behangen

Bij stortend behangen markeer je de muur met afwisselend naar boven en naar beneden wijzende pijlen. Op het behang zet je kruisjes om de bovenkant aan te geven. Hang het behang zo op dat de kruisjes overeenkomen met de pijlen op de muur. Op deze manier ontstaat een afwisselend patroon bij het behangen, wat kenmerkend is voor stortend behangen.

Behangen met rechte aanzet

Bij het behangen met een rechte aanzet wordt het behang zodanig op de muur geplaatst dat het patroon van de ene strook behang recht boven het patroon van de vorige strook komt te liggen. Dit zorgt voor een symmetrische en gelijkmatige uitstraling van het behangpatroon.

Download hier de PDF met de betekenis van de behangiconen. 

https://download.hv.be/behangiconen.pdf